Benzeen wordt ook omgezet in cyclohexaan, dat wordt gebruikt voor de productie van nylon en synthetische vezels.

Benzeen komt voor in steenkool- en koolteerdestillatieproducten en in aardolieproducten zoals benzine. Het wordt ook aangetroffen in de gassen en het percolaat van stortplaatsen voor industrieel afval, bouwafval en tuinafval (Oak Ridge National Laboratory 1989). Sporenhoeveelheden benzeen, tolueen, xylenen en andere vluchtige organische stoffen zijn aangetroffen in de bodem en het grondwater nabij veel sanitaire stortplaatsen (US EPA 1989a,b). Kramer (1989) heeft het niveau van blootstelling aan benzeen beoordeeld tijdens het verwijderen, schoonmaken, pompen en testen van ondergrondse benzineopslagtanks. De gemiddelde menselijke blootstelling bedroeg 0,43–3,84 ppm (in 1,5–6 uur) en de hoogste blootstelling op korte termijn (15 minuten) was 9,14 ppm. Benzeen komt ook voor in tabaksrook (Hoffmann et al. 1989); het risico van blootstelling kan dus toenemen door het inademen van dergelijke rook.
Benzeen wordt gebruikt als oplosmiddel voor wassen, harsen en oliën; als verfafbijtmiddel; als verdunningsmiddel voor lakken; bij de vervaardiging van kleurstoffen, farmaceutische producten, vernissen en linoleum; en als grondstof voor de productie van een aantal organische verbindingen.